Vlieg op!

Het is vandaag weer zo'n dag, een dag met een tag: de dag van de menopauze. Gniffel, in mijn hoofd schrijf ik dat als menopausen, van die heren op leeftijd in een jurk in Rome die niet met pensioen kunnen.
Volgens mij is menopauze niet een begrip dat je in een dag kunt houden, maar meer iets van jaren. Ooit viel ik tegen het boek Koken Zonder Opvliegers, kookboek voor de menopauze aan. Ook dat was lachen, want van koken krijg je geen opvliegers. Of heb ik dat niet goed begrepen?
Althans, ik krijg geen opvliegers van koken. Het klamme zweet kan je ineens overvallen, maar in de keuken heb ik er zelden last van, of ik moet sambal aan het maken zijn. Private Summers schijnen opvliegers ook wel genoemd te worden. Dat klinkt dan al weer wat vriendelijker.
Vandaag dus maar iets uit koken zonder opvliegers, een simpel maar doeltreffend recept voor
pasta met gebakken salieblaadjes.
Nodig voor 3 tot 4 personen: 400 gram pasta (schelpjes, tagliatelle), 2 el olijfolie, klontje roomboter, handvol verse salieblaadjes, 50 gram pijnboompitten, 100 gram geraspte Parmezaanse kaas of Pecorino Romano.
Bereiding: kook de pasta beetgaar in water met een scheutje olijfolie. Verhit intussen de olie en boter in een koekenpan en bak de helft van de salieblaadjes knapperig. Haal ze met een tang uit de pan en laat ze op keukenpapier uitlekken. Bewaar het bakvocht. Houd de koekenpan warm en rooster daarin de pijnboompitten. In het kookboek staat dat je ze moet bakken in het bakvocht van de salieblaadjes, maar ik houd meer van geroosterde pitten. Hak de rest van de salie door de pitten, rooster heel licht mee en haal de pan van het vuur.
Laat de pasta goed uitlekken en doe hem in de pan terug. Voeg de pitten en gehakte salie toe en peper en zout naar smaak. Let op met het zout, de kaas moet er nog bij. Doe dat nu en schud het geheel goed om. Voeg dan de gebakken salie toe. Meteen opdissen.
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage