Menu

Ooit tikte ik een Almanach des Gourmands voor 1932 op de kop. Met duizend menus, recepten en adviezen, naast verstrooiing.
Voor 25 januari - dat was toen een maandag - staat het volgende gepland:
dejeuner: omelet met niertjes, konijn, aardappelen, munster en marmelade van pruimedanten.
Diner: wittebonen-zuringsoep, kabeljauw met spinazie, macaroni met boter en Charlotte russe toe.
Niet gering. Vooral de combinatie van vooraf omelet met niertjes en dan nog konijn en een stevige kaas als lunch, geen wonder dat de lunch vroeger uren duurde en dat je dan nog een siesta nodig had om bij te komen.
De witte bonen-zuringsoep is wel leuk: Gedroogde witte bonen koken met lauw water en telkens water blijven toevoegen tot je 3 liter bouillon hebt. Bouquet garni, zout en peper erbij, een teentje knoflook en een heel fijn gesnipperde ui. En weer laten koken tot de bonen pap zijn en je een gebonden soepje hebt. Snelle versie is natuurlijk bonen uit blik of glas te nemen en een staafmixer erop te zetten. Kind kan de was doen.
Vervolgens neem je een hand schone en gesnipperde zuring, die je in een eetlepel olie of ganzenvet tot puree bakt, dan kiep je de zuring door de bonensoep. Tien minuutjes door laten koken, flinterdun sneetje brood in het bord, soep - niet zeven -erop, en aan tafel maar.
Labels: Almanach des Gourmands
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage