<Mededelingen van land en tuinbouw>

donderdag, april 30, 2009

Lintjesregen



Mijn geheimzinnige uitstapje van gisteren had alles te maken met de lintjesregen aan de vooravond van Koninginnedag. Roosendaal was de bestemming. Waar Lou Lichtenberg een lintje kreeg voor zijn vele verdiensten. Waaronder natuurlijk ook Archeologie Magazine, waar ik al vele jaren met veel plezier voor schrijf.
Lou was in de veronderstelling dat hij een lezing moest houden over wetenschapsjournalistiek en archeologie voor een Hei-dag van VU Archeologen. Veel mensen zaten in het complot zodat hij echt tot op het moment zelf argeloos de zaal betrad. Toen drong het tot hem door. Zelden heb ik hem zo bleek gezien. Maar hij herstelde zich snel en wist zelfs nog een dankwoord te prevelen. Gefeliciteerd Lou! Als iemand een leuk lintje verdient ben jij het wel. Met een foto van de kersverse Ridder in de Orde van Oranje Nassau.

Labels:

woensdag, april 29, 2009

De Hort Op


Vandaag zijn wij even buiten spelen. Met een goede reden, maar die verklap ik nog niet. Later dus meer.

Labels:

dinsdag, april 28, 2009

Meer vet



Corpulentie, of zo je wilt, obesitas, uit de hand gelopen molligheid, is niet iets van de 21ste eeuw. De prehistorische Venusbeeldjes, zoals die van Willensdorf, geven aan dat 25.000 jaar geleden, tonen een behoorlijk uit de hand gelopen vrouwenfiguur met enorme borsten, een bolle buik, en een voluptueuze bilpartij. Er zijn inmiddels ongeveer honderd van deze beeldjes bekend, allemaal zeer gevulde vrouwen. In de prehistorie dus iets wenselijks, of zelfs fraais.
De gemiddelde Egyptische farao mag dan als een slanke jongeling zijn afgebeeld, onderzoek aan de mummies wijst uit dat ze Michelinmannetjes waren met veel buikspek.

En ondanks alle uitgebreide slemp- en smulpartijen van de Romeinen, die zeker niet bijdroegen aan een ranke taille, keken ze eigenlijk neer op corpulentie. Ook Romeinse matrones hongerden vanwege een schoonheidsideaal, zelfs tot de dood er op volgde. Een vroege vorm van anorexia.

Vraatzucht is in de middeleeuwen een van de zeven hoofdzonden. Maar Rubens portreteerde graag en vaak rondborstige dames en buikige heren. Het volle vrouwenfiguur was juist een teken van schoonheid. Ronde armen, volle heupen, een duidelijk aanwezige boezem, gevulde armen. Maar waar de Bacchus van gisteren nog aan de wanstaltige kant is, zijn Helena en haar vriendinnen naturel en elegant. Wij vinden ze nu mollig, vroeger was dat een fraai figuurtje.

Labels:

maandag, april 27, 2009

Vet en Zeep


Corpulentie, wanneer in een abnormale graad, kan als en ziekte gezien worden, omdat het in zekere mate de vrije beweging van de dierlijke functies verhindert en de neiging heeft het leven te bekorten door de weg vrij te maken voor gevaarlijke humeuren. '
Deze ietwat vrije vertaling van de uitdpraak van Malcolm Flemyng uit 1760 grijpt nog vrolijk terug op de humeuren leer. Flemyngs oplossing was een heel simpel dieet. Iedere dag een beetje zeep in water oplossen en dat zeepwater dan opdrinken. Dan zwemt het vet vanzelf uit het lichaam. Ook voor de vieze zeepsmaak had deze van oorsprong Schotse, maar in de Nederlanden werkende arts een tip: gebruik de zeep uit Alicante, die smaakt niet zo smerig als de gebruikelijke, schrijft hij in het London Magazine.
Maar wat is Alicante-zeep? Nu moet je er waarschijnlijk voor naar Aleppo in de Syrisch Arabische Republiek. Daar maken ze al sinds het derde millennium voor onze jaartelling zeep op basis van olijfolie en laurierolie. Deze zeep kom je ook al in de bijbel tegen in de boeken Jeremia en Malachi. Klassieken als Theokrites, Aegineta en Plinius de Oudere noemen de zeep ook.
Pas in de achtste eeuw kreeg de zeep de harde vorm die we nu nog kennen. In de voetsporen van de terugkerende kruisvaarders kwam de zeep mee naar onze kant van de Middellandse zee. De eerste zeepfabriek stond in Alicante. Later ook Venezia, en Marseille. We hebben het dus over zeep op basis van plantaardige stoffen.

Labels:

zondag, april 26, 2009

Bloemen op je bord!


Gisteren kwam het er niet meer van. Het was een dag die erg gezellig werd, maar het schoot allemaal niet op. Tijdens het rondje met het hondje bleven we overal plakken voor een kletsje in de zon. Daarna stond de klanten bij Silletti met die uitstekende espresso in de hand Nessun Dorma te zingen. Later kwam de grappa pas, om te proeven. Beetje rommelen in de tuin, krantje lezen. Dat soort zaterdagen. Heerlijk ontspannend na een drukke week.
Ik zou nog verklappen welke bloemen we zeker maandelijks eten, zonder dat we ons dat realiseren. Bloemkool en broccoli, om er maar eens twee te noemen. Het zijn de knoppen, maar toch. De Brassica oloracea botrytis en de brassica oleracea italica. Er zijn nog wat variaties, zoals de romanesco, de calabrese en de cime di rape. Allemaal bloem. Bij de Romeinen al bekende koolvorm, Cato onderscheidt ze al van de sluitkool in de tweede eeuw voor onze jaartelling. De broccoli een oudere versie, waarvam de bloemkool is afgeleid, vermoedelijk in Arabische landen, want hij heet in de 11e eeuw Syrische kool, of Cypriotische kool. In ieder geval kun je vermoeden dat hij in de 12e eeuw al in Spanje werd geteeld.

Labels:

vrijdag, april 24, 2009

Bloesems op je bord!


Vanavond vindt het grote Bloesem Evenement bij Landgoed Groenhoven plaats. Mijn verhaal is gereed, en ik ben heel benieuwd naar de gerechten. Wanneer je je steeds dieper in een onderwerp inleest, leer je steeds weer nieuwe dingen. Sommige bloemen of de knoppen daarvan eten we al eeuwen, vinden we heel normaal, we realiseren het ons niet eens dat het bloemen zijn. Nee, ik verklap nog niet welke bloemen dat zijn. Dat komt morgen wel.
Het plaatje is van Jan van Kessel, komt niet in de lezing voor. Maar ik vind die druivenetende papagaai altijd zo leuk. En ik kom vast een beetje in de stemming. Bloemen in een prachtige kom, dat is al bijna Bloesems op je Bord.
Wie overigens zelf wil experimenteren kan in dit seizoen met sleutelbloemen, Maartse viooltjes en pinksterbloemen aan de slag. En binnenkort natuurlijk ook de vlierbloesem.

Labels:

donderdag, april 23, 2009

Latrines


Reconstructie van de latrines in het badhuis van De Hoge Woerd in de Meern. In Maastricht werden die indertijd opgegraven en onderzocht op inhoud. Veel vijgenpitjes. En was dat nou zo omdat je van het eten van al die vijgen verschrikkelijk nodig de latrines moest bezoeken. Of aten ze de vijgen juist om eindelijk weer eens lekker te kunnen poepen?

Labels:

woensdag, april 22, 2009

Perenbloesem


In het Romeinse castellum van de Hoge Woerd in de Meern vind je een schitterende boomgaard met halfstam peren. Hier de bloesem. Ben benieuwd wat het voor peren zijn. De stammen zijn behoorlijk zwaar, je zou kunnen veronderstellen dat deze bomen al een jaar of vijftig geleden geplant werden. Inmiddels worden ze verzorgd door de uitbaters van de Landgoedwinkel in De Meern. De plannen voorzien in het behoud van deze boomgaard bij de ontwikkeling van het gebied. Er staan ook laagstam appels.
In ieder geval is het er goed toeven. Een oase tussen alle nieuwbouw.

Labels:

dinsdag, april 21, 2009

Christelijke vis in Romeinse tijd


In het Journal of Archaeological Science staat een verhaal over het menu van de vroege Christenen in Rome. Het botmateriaal van 27 menselijke resten uit de catacomben van de heilige Callixtus langs de via Appia is onderzocht. Een gebied dat tussen de derde en vijfde eeuw in gebruik was, ook al is de C14 datering van sommige skeletten ouder, namelijk 2e eeuw van onze jaartelling. Er zijn kleine graven en grote monumentale graftomben gevonden en botmateriaal uit zowel de armere als rijkere graven werd onderzocht.
De voetbeentjes, vingerkootjes of ellepijpen leverden voldoende collageen om isotopenonderzoek te kunnen doen, op basis waarvan je iets over hun eetgewoonten zou kunnen zeggen. Veel onderling verschil was er niet, hetgeen betekent dat deze mensen tot dezelfde leefgemeenschap behoorden en over ongeveer hetzelfde voedsel beschikten. In vergelijking met ander botmateriaal uit Italie en het Westelijke Mediterrane gebied blijkt dat deze Christenen veel zoetwatervis aten in vergelijking. Gemiddeld 30 procent. Dat is heel hoog, ook al is het een onderdeel van de rest: schaap, geit, rund, graan, fruit en groenten.

Onderzoeker Leonard Rutgers, verbonden aan de Universiteit van Utrecht, stelt in het artikel dat de Romeinen de voorkeur gaven aan zeevis boven zoetwatervis. In het jaar 301 trachtte keizer Diocletianus de prijs van zoetwatervis vast te stellen op ongeveer een derde van de zeevis. Zo was het ook voor de arme mensen een bron van proteinen.
De consumptie van zoetwatervis heeft volgens de onderzoekers waarschijnlijk geen religieuze betekenis, maar zegt vooral iets over de relatieve armoe van de vroege Christenen. Ook als stond de Ichtus symbool voor Christus.

Is het echt zo, dat de Romeinen de zoetwatervis minderwaardig vonden? Ik geloof daar niets van. Ausonius dicht er in zijn Mosella uit de vierde eeuw vrolijk op los: chic zijn forel, barbeel, zalm, zalmforel,grondel, meerval baars

Over jou zal ik niet zwijgen, baars, jij die de lekkernij bent van de tafels.

De troost van de arme man: snoek, zeelt, alver.
De opinie van Ausonius zal niet veel verschillen van die van de elite in Rome. Hebben de Christenen dan van snoek, zeelt en alver geleefd?

Labels:

maandag, april 20, 2009

Goud


Altijd ben ik ge-intrigeerd geweest door de titel van het Magnum Opus van J.G. Frazier uit 1922 over alles wat met religie en magie te maken heeft. Het heet The Golden Bough en ik bezit al jaren een ingekorte versie. The Golden Bow slaat op de maretak. Maar die is groen met witte besjes. Waarom dat goud? Deze winter kocht ik als gebruikelijk een bosje maretakken voor de Kerst. En eerst liet ik die in huis drogen. Gebeurde niet veel, de besjes vielen er een beetje af en een enkel blaadje. Half januari verhuisde het bosje naar buiten, waar ik het aan een spijker in de schuurmuur hing. En kijk. Nu is het goud, het groene goud van de Kelten.
Rond de Zonnewende hingen die kransen van maretak aan hun deuren, wil de overlevering. Als symbool van het lengen van de dagen, van de zon. In het vroege voorjaar verkleurt het groen dus kennelijk naar goud. Een experiment voor volgend jaar.

Labels:

zondag, april 19, 2009

Romeins Castellum



Gisteren bezocht ik het Romeinse castellum De Hoge Woerd in De Meern. Dankzij de enorme uitbreiding van Utrechty richting Leidse Rijn en De Meern zijn daar inmiddels enorme arealen onderzocht op hun hisorische sporen. De Limes, de noordgrens van het Romeinse Rijk, is daar opvallend goed teruggevonden. Wachttorens, de weg, schepen, een castellum met badhuis, en de bijbehorende grafvelden. De Romeinse diensttijd duurde 25 jaar, waarna het burgerschap van Rome verkregen werd en de vrouw en illegaal geboren kinderen ge-echt werden. Dankzij slimme inrichtignsplannen is er nog veel van het verleden te bespeuren in De Meern. De Romeinse weg kun je bewandelen, in het castellum zelf en bij het badhuis zijn grote borden met uitleg.
Het badhuis lag natuurlijk stroomopwaarts van het Castellum, anders kreeg je alles wat het Castellum loosde in je bad. Het is een mooie locatie voor een uitstapje, zeker nu de peren volop bloeiden en de appels net begonnen. Er is ook een landgoedwinkel in de buurt om vers in te slaan. Grootste plannen voor de toekomstige inrichting van het gebied als cultureel hart van Leidse Rijn zijn er ook. Maar ja, crisis, dus het zal nog wel even duren. Toch is het positief dat de plannen er zijn, dat er voor de omwonenden - straks 100.000 mensen - al veel te genieten valt van cultuurhistorie en natuur. Zomaar in je voortuin.
De leden van de AWN kregen een inleiding en rondleiding van o.a. Herre Wynia, archeoloog bij de gemeente Utrecht.

Labels:

vrijdag, april 17, 2009

Dorestad - vervolg


Gisteren naar de opening van de grote Dorestad tentoonstelling in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Het was, zoals te verwachten, heel vol. Daarom hebben we lang niet alles kunnen bekijken. Er was ook veel ontwerp en doedingen voor kinderen, waar je omheen moest struikelen. En natuurlijk veel oude bekenden gezien en nieuwe mensen ontmoet. Daar zijn dit soort bijeenkomsten bij uitstek voor bedoeld.
De opgravingen bij Dorestad waren dermate omvangrijk dat de publicatie van het vondstenmateriaal ruim dertig jaar in beslag heeft genomen tot nu toe en nog steeds is niet alles geanalyseerd, beschreven, geconserveerd. Het project bleek iedereen boven het hoofd gegroeid. Nu komt er een groot project om eindelijk deze middeleeuwse wereldstad volledig de aandacht te geven die hij verdient. Een groot samenwerkingsverband met veel stakeholders. Dat is goed, dat verdient deze stad. Want de argeloze bezoeker aan Wijk bij Duurstede merkt weinig van het indrukwekkende vroege verleden. Er is een leuk museumpje, maar waarom is daar geen Erfgoed Centrum, of een Kennisinstituut bij? Dorestad heeft altijd tot de verbeelding gesproken. Niet in het minst vanwege de Vikingen, zoals hier op de schoolplaat van J.H. Isings uit 1927. Maar er is zoveel meer te vertellen. Bewoningsgeschiedenis van de zesde tot de 19e eeuw, wat wil een archeoloog nog meer?

Labels:

donderdag, april 16, 2009

Dorestad


Vandaag is de opening van de grote Dorestad-tentoonstelling in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Nergens in Europa is er een stadje zo compleet opgegraven als daar. Bij de laatste opgravingen eind vorig jaar kwamen er toch weer verrassingen boven tafel. De oudste bewoners uit de 6e eeuw, met hun kerkhofje. Maar ook een Arabische zilveren dirham uit de 8e eeuw, bewijs dat de handelscontacten inderdaad zeer uitgebreid waren. Meer valt te lezen in Archeologie Magazine, het nieuwe nummer is een special gewijd aan Dorestad. Ik schreef het verhaal over de recente opgravingen. Er komt ook een wetenschappelijk congres, later dit jaar, informatie op de site van het museum. www.rmo.nl
Het plaatje is natuurlijk van de beroemde fibula.

Labels:

woensdag, april 15, 2009

Romeins glas


Tijdens de glasproeverij bij Mariella kregen we ook een quizje voorgeschoteld met allerlei vragen over glas. Onder meer deze: waar is de oudste nog gevulde wijnfles gevonden en uit welke eeuw stamt deze?
Ik zat er flink naast, want het goede antwoord was een Romeinse fles wijn bewaard in een amfoor, grafgift, in de collectie van het museum in Speyer, datering AD 325. Ik voel alweer een excursie aankomen, want dat wil ik nu wel eens zien. En eigenlijk ook deze in het Rijnland gevonden merkwaardige wijnfles in de vorm van een wijnvat.

Labels:

maandag, april 13, 2009

Pasen


Gisteren was de laatste historisch getinte lezing van de serie die ik organiseer in samenwerking met kasteel Groeneveld in Baarn. Het ging over het eten op de landgoederen en kastelen in ons land, dat ook nu nog de hoogste kasteeldichtheid van Europa heeft. De bijbehorende proeverij was meer kip dan ei, de eitjes lagen op deze schitterend versierde tafel. Heerlijke landhoen met een salade van bietjes met asperges. De asperges kwamen met gemak qua smaak boven de bieten uit. Dat had ik niet verwacht. De gebakken aardappeltjes met groene kruiden pasten er wonder wel bij. Toe vanilleroomijs, zoals dat in de 18e eeuw ook gemaakt werd. De kunst van het ijsmaken was toen onder de knie en in de receptenschriften en kookboeken uit de 18e eeuw duikt roomijs voor het eerst op. Vandaag dus rustig verder genieten van de Paasdagen. Nee, wij gaan niet naar de meubelboulevard. Er staan lammetjes in de wei, de bloesems bloeien, de zon schijnt, wat wil een mens nog meer?

Labels:

zondag, april 12, 2009

Glas


Gisteravond de glas-plastic proeverij bij Mariella van de Wijnkronieken. Een uitgebreid verslag volgt. Maar wat neem je nu mee voor een wijnambassadeur? Iets van glas, natuurlijk. En dus dook ik de collectie glazen-met-een-verhaal in en koos dit glaasje uit. Ik zeul het al meer dan veertig jaar met me mee. Kreeg het ooit met dit verhaal erbij.

Een glasverzamelaar kocht op een veiling een fraai setje 17e eeuws Amsterdams glas. Karaf en zes glaasjes op een presenteerblaadje. Bedoeld voor brandewijn. Eenmaal thuis pakt hij het geheel uit, en loopt er enthousiast de woonkamer mee in, struikelt over een Perzisch tapijtje, danst over het parket en verliest controle over wat hij in zijn handen houdt. Dit is het enige overlevende glaasje.


Wat er van het verhaal klopt weet ik niet. Is dit - om te beginnen - echt 17e eeuws glas? Geblazen in Amsterdam? En zo ja, waar kun je dat aan zien? Echt vragen voor een glasambassadeur! Na veertig jaar conservator geweest te zijn, draag ik de verantwoordelijkheid graag over.

Labels:

zaterdag, april 11, 2009

Glas en plastic


Vanavond ga ik het verschil proeven tussen glas en plastic. Ja, er zit natuurlijk wel iets eetbaars en drinkbaars op. Dat helpt. Smaakt wijn uit een plastic glas anders dan uit een glazen geval? Of nu we het er toch over hebben, uit een kristallen geval? We vinden het heel normaal om water uit een plastic flesje met ons rond te sjouwen, maar wijn, dat moet toch echt wel uit glas. Of is dat een vooroordeel, dat we vanavond om zeep gaan helpen? En hoe zit het met plastic serviesgoed? In onze picknickrugzak is alles van plastic behalve het bestek. Wordt het een uitgebreide picknick, dan gaan er ook glaasjes mee en gebruiken we het plastic drinkgerei voor water. Conditionering? Ik ben benieuwd hoe de disgenoten daar over denken vanavond, bij Mariella van de Wijnkronieken. En gelukkig met de trein te doen!
http://wijnlog.blogspot.com/2009/04/eten-en-drinken-van-glas-en-plastic.html

Labels:

vrijdag, april 10, 2009

Kogelboontje


Heb het nog even nagevraagd, maar het kogelboontje is wel een beetje vergeten, daar in Walcheren. Misschien zou je alle oude volkstuiniers moeten vragen of ze er nog wat van hebben. Maar ik vrees het ergste. Toch is het zaad voor de hobbyteler nog goed te krijgen. De kogelboon is misschien niet zo typisch voor Walcheren als we dachten. Het is een stamboom die geen steun schijnt nodig te hebben en die als droogboon fungeert, eironde vorm, dus niet helemaal kogelrond. Hij kookt niet stuk, zoals de langwerpige bruine boon. Je kunt ze in mei en juni gaan zaaien.
Het zaad is verkrijgbaar bij De Bolster, waarvan ik de foto leende. Kogelboon houdt dus waarschijnlijk veel van klei. http://bolster.eu/

Labels:

donderdag, april 09, 2009

Pleidooi voor Spruitjes


Gisteren hoorde ik tot mijn schrik en ook wel verbazing dat de spruitjes in rap tempo een vergeten groente dreigen te worden. Het imago deugt niet en afgelopen jaar was een slecht spruitjesjaar. Wat ik in de winkels tegenkwam was duidelijk van inferieure kwaliteit: te groot, te los, te gelig. Alsof het oude spruiten waren. En dat helpt natuurlijk niet aan een beter imago. Kun je nog zo hard roepen dat ze gezonder zijn dan broccoli, maar..... het oog wil ook wat.
Waar zijn de kleine, kogelronde, knapperige, stevige spruitjes gebleven? Waar zijn de nieuwe rassen die minder kolig en meer spruiterig en nootachtig smaken?
We willen toch geen museumspruitjes in de museumtuin?
Komop telers, handel, consument: vecht voor het spruitje!

Labels:

woensdag, april 08, 2009

Walcheren


Over een dik uur reis ik af naar Walcheren. Het waait nu al flink, dus aan de kust zal dat nog wel wat meer zijn. Moet dus nodig even in de haven van Vlissingen gaan kijken om te zien hoe de golven het doen. Vlissingen, waar in 1808 mijn voorouders de deur achter zich sloten om op weg te gaan naar een nieuw leven in Rotterdam. Onlangs kwam ik in contact met een kunsthistoricus die bezig is het oeuvre van overgrootvader J. Herman de Roos en zijn compagnon Willem Overeijnder te bezorgen. Hij weet weer veel wat ik niet weet over de familie en omgekeerd. Ik verheug me op de uitwisseling van kennis. Maar eerst even naar de roots in Vlissingen. Al moet ik natuurlijk eigenlijk gewoon aan het werk in Middelburg. En ik moet op zoek naar kogelboontjes, die van oudsher op Walcheren thuishoren.

Labels:

dinsdag, april 07, 2009

Viooltjes


De 19e eeuwse poeziealbums uit de familie druipen van de bloemensymboliek. Rozen, die nooit verwelken, vergeetmenietjes die in de herinnering blijven en viooltjes vanwege de eeuwige trouw. Zo ook in het album van Lize, de zuster van mijn overgrootvader,de architect J. Herman de Roos. Dit is wat haar tante Marie, de vrouw van Oom Koos de Roos, voor haar schreef in 1888. Met een plaatje met lelietjes van dalen en natuurlijk, maartse viooltjes. Beide zeer geurige bloemen. Oom Koos had een parfumerie op de Blaak in Rotterdam.

Labels:

maandag, april 06, 2009

Maarts Viooltje - vervolg


Mensen kennen al eeuwen lang bijzondere betekenissen toe aan bloemen. Viooltjes staan voor trouw, trouwe liefde. Die bloemencode is in de Victoriaanse tijd heel erg in de mode. Kijk maar naar dit schilderij van prerafaeliet Millais van Ophelia. Om haar hals heeft ze een krans Maartse viooltjes. Die slaan op de vierde actie, vijfde scene van Hamlet: I would give you some violets, but they withered all when my father died: they say he made a good end.
Nadat Shakespeare Ophelia heeft laten overlijden zegt haar broer Laertes:
Lay her to earth
And from her fair and unpolluted flesh
May violets spring.

Het viooltje symboliseert ook de voortijdige dood van jonge mensen.

Labels:

zondag, april 05, 2009

Maarts viooltje


Dit zijn dus die Maartse viooltjes, ze verspreiden zich de laatste jaren in rap tempo uit door de tuin en weten daarbij de meest onverwachte plekjes te vinden om zich te nestelen. Van mij mogen ze.
We weten dat de Grieken en de Romeinen ze al in medicijnkast en keuken gebruikten, en ook voor cosmetica. Je schijnt van de kleurstof in de plant oogschaduw te kunnen bereiden.
Plinius de jongere schrijft dat bij zijn nieuwe villa aan de kust van Toscane er bakken met viooltjes staan aan bij de zuilengalerij naar de tuin. Zodat het terras heerlijk naar viooltjes geurde. En dat doen ze hier in de tuin ook. Het wemelt er van de bijen en hommels.

Labels:

zaterdag, april 04, 2009

Bloesems op je bord!


Vrijdag 24 april houd ik een lezing over Bloesems op je Bord! tijdens het Bloesem Evenement van Landgoed Groenhoven in Bruchem. Ontvangst met een glaasje cava met kersenbloesem, dan een uur mijn verhaal over eetbare bloemen, waarna een geweldig viergangendiner met bloesems. Het is voor de derde keer dat Groenhoven dit evenement organiseert en ik vind het enig dat ik mee mag doen. Op mijn blog komen regelmatig eetbare bloemen voorbij: rozen, sleutelbloemen, viooltjes, vlierbloemen, artisjok of courgettebloem. Ik vind het niet alleen feestelijk staan, maar ook heel smakelijk. Pinksterbloem, Oost Indische kers, lavendel, het plukken uit de tuin is plezierig. Op dit moment bloeien de Maartse viooltjes uitbundig. Daarom een recept voor
Viooltjes-sinaasappelsaus bij chocolade ijs

Nodig: 1 dl water, 1 dl sinaasappelsap, 50 gram kristalsuiker, kopje Maartse viooltjes oftewel violet de Parme. En daarna: Een halve sinaasappel per persoon, een bol chocoladeijs per persoon, wat hele viooltjes ter garnering.
Bereiding: Breng de ingrediënten aan de kook in een pan met dikke bodem. Goed blijven roeren tot de suiker geheel is opgelost en de viooltjes hun smaak hebben afgestaan. Door een doek zeven en laten afkoelen. Snijd de sinaasappels in partjes, leg ze op individuele bordjes, leg er een bol chocoladeijs bij en giet er wat van de viooltjessaus overheen. Desgewenst kun je garneren met verse of gesuikerde viooltjes.

Meer informatie over het bloesemdiner: www.landgoedgroenhoven.nl

Labels:

vrijdag, april 03, 2009

Schep en Hengel

Het mooie van de illustraties in de psalters is dat je een schitterend beeld krijgt van de dingen van alle dag. Aan de oever van de rivier die als een blauw lint langs de onderkant van de pagina loopt staat een man met een hengeltje te vissen. Rechts van hem is een man de tuin aan het omspitten, zo te zien met een ijzeren spa. Boven hen rechts achter de fruitbomen waar iemand fruit aan het plukken is, grazen vredig de koeien.
Dit is een bladzij uit het Theodore psalter, dat uit het Byzantium van de elfde eeuw afkomstig is.
Het origineel bevindt zich in het British Museum, maar er is ook een online versie beschikbaar.
Abt Michael van het Stoudios klooster ontving dit psalter van de priester Theodore, die in het zelfde klooster als schrijver werkzaam was. Het klooster bevindt zich vlak bij de Byzantijnse hoofdstad Constantinopel en werd gesticht in het midden van de vijfde eeuw van onze jaartelling.
Het psalter bevat onder meer het boek der psalmen, een gedicht over de vroege jaren van David, een gebed voor de abt, tien bijbelse odes, waarvan er twee aan Mozes gewijd zijn, een gebed voor Anna, de moeder van de profeet Samuel. De illustraties hebben te maken met de inhoud van de teksten. Maar aangezien mijn Byzantijns Grieks niet zo denderend is, zie ik slechts een ruraal tafreeltje!

Labels:

donderdag, april 02, 2009

Leibomen

Op dit plaatje uit het 9e eeuwse Utrechtse psalter zie je een gedekte tafel achter de muur van een tuin of lusthof. Haast nog leuker dan de eettafel zijn de geleide bomen tegen de muur aan de buitenkant. En kijk ook eens naar het staketsel achter de tafel, waartegen een aantal druivenranken zijn geleid in fraaie krullen. Zelfvoorziening, vroeger de normaalste zaak, nu een mode aan het worden voor wie het zich kan permitteren. Zoals een moestuin bij het Witte Huis.
Gelukkig zijn er nog veel oude tuinen in ons land waar je deze oude vormen van fruitbomen kunt terugvinden. Zoals de Ommuurde Tuin in Renkum, of de oude moestuin bij Kasteel Amerongen. Nu het groen begint uit te lopen wordt het daar ook weer leuk om te vertoeven.

Labels:

woensdag, april 01, 2009

Neanderthalers


Morgen promoveert archeoloog Gerrit Dusseldorp in Leiden op een proefschrift over Neanderthalers. Dat zijn geen met knuppels zwaaiende woestelingen, maar ook geen zachtzinnige vegetariërs, noch vredelievende maar weinig intelligente aaseters. Een terugkerend probleem van het neanderthaleronderzoek is dat veel onderzoekers vooringenomen ideeën hebben en de vondsten naar die ideeën proberen te interpreteren, zegt Dusseldorp. Een mooi voorbeeld hiervan stamt uit de jaren tachtig. Een Engelse onderzoeker stelde toen dat de prachtig uitgebalanceerde houten speren die in een neanderthalercontext waren gevonden, prikstokken zouden zijn waarmee in de ijstijd door de sneeuw heen naar karkassen gezocht. Dusseldorp onderkent het gevaar van gespeculeer over onderzoek naar de prehistorie, juist omdat er geen geschreven bronnen zijn en omdat de bronnen die er wel zijn, zo moeilijk te interpreteren zijn: Daarom heb ik gekozen voor een voor archeologen waardevrije theorie uit de ecologie, de optimal foraging theory. Ik heb gekeken naar de dieetbreedte van de neanderthalers. Door een inventarisatie van de beschikbare prooi in bepaalde perioden te maken en die te vergelijken met wat de neanderthalers daadwerkelijk joegen, was hij in staat zich een beeld te vormen van het foerageergedrag. Mede aan de hand van de isotopensamenstelling van Neanderthalbotten blijkt dat de neanderthalers hoog in de voedselketen zaten, hoger zelfs dan een roofdier als de leeuw of een aaseter als de hyena. Het lichaam heeft een voorkeur voor stikstofisotoop 15 boven het gangbaardere isotoop 14. Hoe meer isotoop 15 je aantreft, hoe hoger dus in de voedselketen. Hij verklaart het verschil met bijvoorbeeld de leeuw uit het feit dat de neanderthalers ook joegen op omnivoren als de bruine beer, een soort die door de leeuw gemeden werd.
Aanpassen aan klimaat
Wat in ieder geval niet klopt is dat de neanderthaler niet in staat zou zijn geweest zich aan de veranderende omstandigheden aan het eind van de ijstijd, aan te passen. De neanderthalers hebben twee ijstijden en een interglaciaal meegemaakt. Gedurende die meer dan honderdduizend jaar hebben ze zich uitstekend aan verschillende omstandigheden aangepast. De ijstijden waren wel wat geschikter voor ze, maar dat geldt eigenlijk voor alle jager-verzamelaars. Dusseldorp: In warme periodes is veel van de biomassa opgeslagen in hout en ander niet eetbaar organisch materiaal, terwijl in de koudere periodes de grotere prooidieren relatief makkelijk bereikbaar over de grote vlaktes trokken.
In feite waren de neanderthalers uitstekend aan hun omgeving aangepast. De voorouders van zowel de neanderthaler als de moderne mens waren van tropische planten- of alleseters als de chimpansee, ge-evolueerd naar jagers in een gematigd klimaat. In samenhang daarmee groeide het brein, omdat een jager die niet beschikt over de natuurlijke attributen voor zijn leefstijl, zoals klauwen en scherpe tanden, intelligentie nodig heeft. Het hoogwaardigere voedsel liet vervolgens een verkorting van het maag-darmkanaal toe. Daarin verschillen neanderthaler en moderne mens niet veel. Wel was het zo dat de neanderthaler een hoger energieverbruik had. Daarom richtte hij zich vooral op grote prooi: bizons, herten, paarden, neushoorns en inderdaad bruine beren. En om daarin te voorzien, moest hij zeer mobiel zijn. In de koudere periodes trokken ze in grotere groepen door het landschap en joegen ze op kuddes. In de warmere periodes waren de groepjes kleiner en joegen ze op solitaire individuen.
Die grotere mobiliteit wordt wel gezien als de oorzaak van het eenvoudigere gereedschap van de neanderthalers vergeleken met dat van de moderne mens. Bij de moderne mens zie je dat er iedere vijfduizend jaar een geheel nieuw assortiment is ontstaan . Bij de neanderthaler blijven de gereedschappen over een veel langere periode ongewijzigd. Maar ook daar is verandering en cultuur waar te nemen. Met dien verstande: we zien alleen de stenen werktuigen terug en niet wat ze van organisch materiaal aan werktuigen fabriceerden.’ De in de jaren tachtig gevonden houten speren doen vermoeden dat de neanderthalers inderdaad heel wat meer in hun mars hadden.
Promotie: donderdag 2 april
Gerrit Dusseldorp, A view to a kill: investigating middle palaeolithic subsistence using an optimal foraging perspective Faculteit: Archeologie
Promotor: prof.dr. Wil Roebroeks
Bron: Nieuws Rijksuniversiteit Leiden.

Labels: