
Naar aanleiding van het specerijenmengsel van gisteren kwam de vraag: zit er geen
komijn in? Nee, inderdaad, en ook geen
kaneel. Alletwee zeer geliefd in de middeleeuwen, en zeker ook geliefd in de specerijenmix. Dat maakt het boeiend. Er wordt verder wel gesproken in dit 15e eeuwse Duitse kookboek van peper als verzamelnaam voor een specerijenmengsel, en van poeder, dat scherp of zoet is, zoals we dat ook uit andere kookboeken uit die tijd kennen.
In het hele kookboekje komt ik geen komijn tegen, wel saffraan, galanga en
synamonium, kaneel dus, denk aan het Engelse cinnamon.
En naast foelie, ook paradijskorrels, de meleguettapeper of soms ook gebruikt voor korianderzaad. Kijk maar naar dit recept voor
blancmanger, zoals het hoort, met kip en rijst.
Item wiltu maken blaemantir, so nym rises eynen halven verding unde
alsovele mandelkerne. So nym dat ryss unde wassche id reyne unde wriff de
hulsen alle wech. So nym unde lat dat riss droghen. So nym de kerne unde
make reyne. Unde make de dicke myt wyne. So nym de dunne melk. Do in
dat riss. Rore dat sere. So nym dre bruste van dren braden honeren unde plucke
clene also eyn har. Rore de in dat riss. So nym witten ingever,
muschatenblomen, paradiseskorne unde neghelken unde stod tosammende. Rore
dat in dat riss unde eigesdodere. Unde giff dat in de schottele.
Op het plaatje het kindeke Jezus bij pappa en mamma aan de lunchtafel. Het kind krijgt een papje gevoerd, misschien wel blancmanger, verder is er allerlei brood, boter en kaas op tafel te zien. Het knaapje lijkt meer interesse te hebben in het roggebrood dat Jozef snijdt, dan in zijn papje.
Labels: Specerijen Middeleeuwen