<Mededelingen van land en tuinbouw>

donderdag, april 29, 2010

Dit blog is verplaatst


Deze blog bevindt zich nu op http://landentuinbouw.spinazieacademie.nl/.
Je wordt binnen 30 seconden automatisch omgeleid, maar je kunt ook hier klikken.

Als je een abonnement op een feed hebt, kun je dit bijwerken op
http://landentuinbouw.spinazieacademie.nl/feeds/posts/default.

woensdag, april 28, 2010

Radiostilte


Het blog gaat even op zwart. Het moet namelijk gaan verhuizen van de organisatie vanwege technische zaken waar ik niet zo veel verstand van heb. Daarbij lig ik al een paar dagen bij te komen van het anti-osteoporose-infuus. Dit reageerbuisje vindt al die lichaamsvreemde sappen die ze er in pompen niet lekker. Ik meld mij weer in mei. Geniet intussen van de lente!

Labels:

zondag, april 25, 2010

Prei


De eerste zomerpreitjes staan in de moestafel (op de moestafel? in het moestafelbed?)en nu is het wachten en kijken of ze aanslaan. Deze loot aan de Allium-stam is een van de pakweg zeshonderd verschillende soorten in de wereld. Vermoedelijk zijn ze via de Kaukasus, Centraal Azie, de Himalaya bij ons beland, het is nog niet helemaal duidelijk. Maar zeker is dat de Grieken en Romeinen de gedomesticeerde versie al kweekten. En ook is er - dus al weer veel ouder - een kleitablet gevonden uit de Babylonische tijd met een recept voor een soep of brij van prei, duifjes en gerst.

Dit zijn de instructies:

Halveer de duif. Je hebt ook wat ander vlees nodig. Doe het in water. Voeg vet en zout naar wens toe en gekruimelde gerstenkoek, en ui, prei, knoflook en groene kruiden, die je eerst in melk hebt laten trekken.

Deze prei zal er anders uitgezien hebben dan de dikke groene lange stengels die je nu in de winkel of op de markt ziet liggen. Meer zoals de Arabische kurrat, die ranker, slanker en kleiner is, met een kleine bolling aan de voet. Maar de term kurrat lijkt inmiddels voor allerlei Alliumsoorten gebruikt te worden. Van bieslook, via bosui tot prei. Verwarrend.

Labels:

zaterdag, april 24, 2010

Spinazie proeven

Gisteravond heeft een team bestaand uit een chefkok, een huisvrouw en een deskundige (ahem, ik) zich op de televisie vermaakt met het proeven van spinazie a la creme. Leedvermaak voor ons zelf, want eigenlijk is het dus gewoon niet te vreten, die diepvriesversie. Niet doen, echt niet doen, nooit doen. Spinazie kan zo lekker zijn.

Hier even een aantal recepten die al zeker vijfhonderd jaar in Spanje gegeten worden.
Wilde (Turkse) spinazie wokken in wat olijfolie tot. Dan kun je verschillende dingen toevoegen:
1. pancetta en krenten (en pijnboompitten)
2. peterselie en munt
3. blokjes jonge of verse kaas en krenten

Allemaal heel smakelijk. Spinazie niet te gaar laten worden.

Labels:

vrijdag, april 23, 2010

Spinazie



Vanavond mag ik meedoen aan het testen van diepvriesspinazie a la creme in het panel van Hallo Gelderland!, het consumentenprogramma van TV Gelderland. Ik was al eens eerder te gast om Gelderse rookworst te testen. Het is een prachtig programma dat al jaren vele honderdduizenden kijkers trekt. En terecht.
Maar nu de test. Wat vind ik belangrijk bij spinazie die tot een gerecht verwerkt is?
Ik ga letten op smaak, geur en kleur. Op structuur en consistentie. Het liefst zou ik ook de pakken uitvoerig bestuderen. Klopt wat er op staat met wat er in zit? En waar komt de spinazie vandaan? Mogen we weten wie de boer is? En welk ras spinazie er gebruikt is? En waar de fabriek staat?
Of daar allemaal tijd voor is weet ik niet. Het is een blinde proeverij, dus het pak zal ik wel niet te zien krijgen. Ik ben benieuwd of er specerijen door de prut gaan. Ik meen me te herinneren dat er mensen zijn die nootmuskaat door dit gerecht doen.
Verheug me er nu al op!

Hier een linkje naar de site van het programma:
http://www.omroepgelderland.nl/web/show/id=513241/langid=43

Labels:

donderdag, april 22, 2010

Tomaat


Een aantal jaar geleden troffen we onder de oude winkelgalerij in Louhans in Frankrijk een stalletje met een stapel prachtige tomaten. Geribde, rode, enorm grote tomaten. We zochten een kanjer uit en picknickten daar twee dagen mee. Het gevaarte zal een ons of twee gewogen hebben. Hij rook en smaakte lekker. Op mijn vraag wat voor soort tomaat het eigenlijk was, had de oude dame die deze tomaten verkocht geantwoord: Marmande. Met een blik erbij van wie weet dat nou niet?

Tot mijn aangename verrassing zag ik bij de Intratuin in Maastricht zakjes zaad van deze erfgoed tomaat. En ofschoon tomaten bij ons in de tuin meestal niet tot groot succes leiden, ga ik het weer proberen. Marmande moet!

Het succesverhaal van de Marmande is een opmerkelijk staaltje aanpassing en vernieuwing bij agrarische rampen. Toen ook in de regio Lot-et-Garonne de wijnbouw getroffen werd door de phylloxera zijn de boeren op zoek gegaan naar een ander product om brood op de plank te krijgen. Dat werd de tomaat. Vanaf 1865 gingen de boeren rond Marmande op grote schaal tomaten telen. De oogst ging per trein naar de markten in Bordeaux en Parijs en zelfs naar Londen. De boeren maakten slim gebruik van het nieuwe transportmiddel.

De Marmande is een stevige vleestomaat met een redelijke houdbaarheid die niets afdood aan de smaak. Het is waarschijnlijk een natuurlijke hybride van de rasjes merveille des marches en pondorosa.

Labels:

woensdag, april 21, 2010

Radijsjes


De eerste radijsjes komen voorzichtig op, kleine groene wurmpjes in het donkere moesbed. Zelfgekweekte radijzen zijn als ze langzaam kunnen groeien wat pittiger dan de snelle supermarktradijzen en juist dat pittige vinden we zo aangenaam. Het lekkerste vind ik ze nog wel als je ze juist uit de grond hebt getrokken, de grond eraf geveegd, en dan eentje opknagen. De geur van de grond zit er dan ook nog aan. Heerlijk. Maar dat vindt Anthimus in de zesde eeuw dus helemaal niet goed. Dat is heel ongezond.

Radijzen zijn geschikt voor gezonde en flegmatische mensen, als je de radijzen tenminste vijf dagen of meer laat rijpen na de oogst. Ze zijn meestal ongezond als ze net geplukt zijn.


Daar zit natuurlijk een knap stukje humeurenleer achter. En gelukkig hoeven wij ons daar niets meer van aan te trekken. Ik ga ze gauw buiten even vertroetelen met wat druppels dagwarm water.

Labels:

dinsdag, april 20, 2010

Das en Daslook


Een bezoekje aan Zuid-Limburg is goed voor het opdoen van energie en inspiratie. Er is altijd wel een muziekfestival of concert, de natuur lokt je naar stille plekken. De boerenzwaluwen vlogen kwebbelend over de weilanden langs de jeker, de holle wegen waren omzoomd door pril groen, de uitgesleten overstekpaden van de das weer duidelijk zichtbaar. De fruitbomen stonden volop te bloeien, duidelijk is de natuur er wat verder dan hier in het midden van het land.
Met het pasverschenen boekje Op zoek naar Das, Maretak en Vliegenorchis van Olaf Op den Kamp kan de wandelaar er op uit om al dat fraais tot in detail te ontdekken. Het is een handzaam boekje, dat zo in de jaszak past, met praktische kaartjes. Alle opvallende planten waar je langs loopt worden benoemd, tot en met de wilde marjolein, het fluitekruid en de dovenetel toe. En of je ook op de dieren wilt letten: rode sprinkhanen, wijngaardslakken, vroedmeesterpadden. Het is een boekje om blij van te worden en direct de wandelschoenen aan te trekken.
Daslook staat er ook in Zuid-Limburg, maar dat is beschermd. Culinair is het heel aantrekkelijk. Gelukkig ken ik iemand die het in de tuin heeft staan daar, dus een beetje meenemen is geen probleem. Lekker als vulling van een omelet, bijvoorbeeld. Even laten smelten in een klontje boter of een scheutje olie, tot het net flauwgevallen is. Dan verstoppen in een dubbelgevouwen niet te dikke omelet. Nagenieten van Limburg. Ook heel plezierig.

Op zoek naar das, Maretak en Vliegenorchis
Tien Natuurwandelingen in Zuid-Limburg
Olaf Op den Kamp
Uitgeverij TIC
ISBN978-90-78407-62-1
Voor elf euro min een duppie heb je 144 paginas wandelplezier in huis.
www.uitgeverijtic.nl

Labels:

zaterdag, april 17, 2010

Even weg


De puttertjes zijn terug van even weg, ze zitten gezellig herrie te maken in de hazelaar in de voortuin. Ik hoop dat ze een nest maken in de tuin. Een dom stel duiven (zijn er eigenlijk wel slimme duiven?) heeft een nest in de dakgoot boven het bordes gebouwd deze week. Dat moet nu even weg. Daarna gaan wij even wat anders doen. Dinsdag weer blog.

Labels:

vrijdag, april 16, 2010

Jheronimus Bosch 500 en de ontbijtkoek


Volgende maand, zondag 16 mei is de aftrap van een keur aan activiteiten ter voorbereiding op het Jheronimus Boschjaar in 2016. Dan koken teams uit verschillende wijken van Den Bosch een diner met streekproducten het Bosch Diner. Het is een heuse competitie, met een jury waarin de chef van de Raadskelder, Pierre Wind en nog een aantal prominenten. Gisteren was een warming up avond voor de kookteams en ik mocht daar vertellen over de keuken van Bosch tot Beatrix. Daarna vertelde een Eko-boer over streekproducten. Want zomaar vrij uit koken is er niet bij, asperges, aardbeien, sucadelappen, een aantal producten staan vast. Ik ben reuzebenieuwd en ga zondag de 16e zeker kijken en proeven.
Wat altijd leuk is om te vertellen: hoe lang we al ontbijtkoek en de voorlopers daarvan gebruiken om sausjes te binden. De vraag wie er in de zaal met koek sausjes bindt voor bij het wild of runderlappen ontketent een waren hausse aan positieve reacties, waarbij meteen de toepassingen en recepten je om de oren vliegen. Prachtig. We doen dat namelijk al minstens vijfhonderd jaar! Verbazing, we hebben wel degelijk een eetcultuur in dit land, die keurig aansloot bij die in de omringende landen. En dit is daar een prachtig voorbeeld van. Er staat zelfs een recept in het Notabel Boeckxen uit 1514, met de vermelding dat deze Liefkoeck (denk aan de Duitse Lebkuchen) gebruikt wordt om sauzen te binden.
En dan is er in Den Bosch nog eens een bakker die in de catacomben van het familiebedrijf een eeuwenoud recept vond. Continuiteit van smaakvoorkeuren blijkt soms groter dan veranderzucht en mode.
Het plaatje is niet van Bosch, maar van een Neurenberger koekenbakker.

Labels:

donderdag, april 15, 2010

Primula


Gisteravond zaten we naar een oude Miss Marple te krijgen. Op een gegeven ogenblik serveert ze feestelijk primrose wine aan de heren van de politie. Die drinken met een flink doch enigszins pijnlijk getroffen gezicht het drankje op. Hier bloeit de primula veris weer, op een bescheiden plaatsje tegen de schuur. We namen ooit een plantje mee uit de Elzas, zetten dat in een bak, maar daar is hij vertrokken. Tussen de vochtige stenen heeft hij het beter naar zijn zin en vermeerdert hij zich braaf. Inmiddels staan er stekken in tuinen in de buurt en verderweg.
De bloem is eetbaar, maar ach, het zijn er zelden genoeg om meer dan een enkele ter decoratie te gebruiken. Je kunt de jonge blaadjes ook in de sla doen, dat deden ze in Middeleeuws Spanje al, net als in Engeland.

Labels:

woensdag, april 14, 2010

Sla


Sla is een lastig woord. Een verzamelnaam voor groene blaadjes van verschillende rasjes en zelfs soorten. En als salade voor een veelheid aan gerechten en recepten.
Beperken we ons vandaag maar even tot de Latouw van de Verstandige Hovenier. Die schaart daaronder de kronkel- en kropsla, of sluitkroppen. Je moet die in maart in welgemeste vette grond zaaien. Als je al vroeg wilt oogsten dan moet je ze op een meloenberg of andere warme en goed op de zon gelegen plaats zaaien.
De kropsla wordt onder gele wortelen of ajuin gezaait en gedunt.

De latouw wordt gemeenlijk rauw met olie, azijn en zout gegeten en wekt dan enigzins de eetlust op, aldus de Hovenier. Ik leerde in Zwitserland, dat je de sla juist aan het eind van de maaltijd moest eten. De azijn of het citroensap in de vinaigrette zou de smaak van de wijn verpesten, dus de combinatie was anathema. Valt wat voor te zeggen.
Op de foto de prille eikenbladsla op de moestafel.

Labels:

dinsdag, april 13, 2010

Moestafel 2


Tot nu toe is er veel positief commentaar op de moestafel. Daarbij is iedereen heel gecharmeerd van de houten barbecuepennen die ik gebruik om aan te geven waar wat gezaaid is. De houten pennen hebben een verbreding aan het eind, waar je prima op kunt schrijven. Gewoon een doos van 300 stuks van de Sligro, ooit voor grilldoeleinden gekocht. Maar heel handig in dit gebruik dus.
Wij zaaiden in de moesbak vroeger altijd misticanza, rucola en pluklof vrolijk door elkaar. Hier ga ik rijtjes naast elkaar zetten. We konden gelukkig echte rucola krijgen, de Sylvetta. De zakjes rucola in de super zijn een kruising tussen rucola en een koolvariant (valse rucola), beter houdbaar, minder smakelijk, taaier.
Wilde rucola heeft ook de neiging na de bloei zich prettig spontaan in de tuin uit te zaaien.

Volgens de Verstandige Hovenier moet ik deze maand spinazie, peterselie, kervel, basilicum, milesse, salie, rozemarijn, tijm, marjolein, wijnruit, hysop en nog veel meer zaaien. Voorlopig kan ik vooruit!

Labels:

maandag, april 12, 2010

Moestafel


De afgelopen dagen zijn we druk bezig geweest met het maken van een moestafel. Zo kan ik moestuinieren op niveau. Ergonomisch geheel verantwoord voor iemand met enige mankementen.

Hoe gingen we te werk? Bij tuincentrum Floridus in Well maakten ze heel begripvol een plantentafel op maat. Dat wil zeggen, het onderstel van het type plantentafels dat ze zelf gebruiken in de kas. C. maakte daar een lattenbodem in, tenslotte heeft ook een groentenbed daar recht op. Daarop maakte hij twee raamwerken. Die kregen vervolgens een laagje plastic, maar zo dat er wel overtollig water kan wegvloeien. Daarop potgrond. En toen kon de pret beginnen.

Ik heb een beetje gesmokkeld met kasplantjes van eikenbladsla, selderij, peterselie en mosterd. En inmiddels heb ik het nodige ingezaaid. Straks, als het iets warmer is, volgt de rest.

De foto is genomen vanuit het zolderraam aan de achterkant van het huis. De moestafel staat lekker beschut en krijgt voldoende zon, zo pal naast de kantoortuin en dicht bij de keuken.

Een ruime keus aan zaden(Turkse spinazie, misticanza, wilde rucola, platte peterselie, koriander enzovoort) haalde ik ook in Well: http://www.tuincentrum-floridus.nl/ Voor het specialistische werk ga ik binnenkort even langs bij Ton Vreeken in Dordt.

Labels:

zondag, april 11, 2010

Artisjok - de restjes


Als de kardoen (met de van het Latijn afstammende naam) in West Europa is blijven plakken na de val van het Romeinse Rijk, dan verwacht je hem zeker in de tuin van Karel de Grote. Die liet zich immers graag door zijn illustere Romeinse voorgangers inspireren. In de Capitulare de Villis kom je inderdaad de cardones tegen. Dat wordt meestal vertaald met kaardebol. Dat komt omdat de cardones direct volgt op een verfplant, de meekrap. De kaardebol werd gebruikt om de wol te kaarden. Daar schuilt dus enige logica in. Maar het hoeft niet. Het kan net zo goed op de kardoen slaan.
De Akense bewerking van de Capitulare vermeldt dan ook beide soorten en er zijn in de Akense Karel-de-Grote-tuin dan ook zowel kaardebollen als kardoens aangeplant.

Zijn er archeobotanische bewijzen voor het eten van artisjok? In het Duitse Kerpen zijn elf onrijpe zaden gevonden van de artisjok (Cynara sp.), stammend uit een latrine uit de 16e eeuw. Kerpen behoorde in die tijd tot het Hertogdom Brabant, dat weer tot het Spaanse rijk behoorde. De tijd van Karel V, zeg maar. De tijd dat je de artisjok veel op schilderijen uit het Antwerpse tegenkomt. Niet zo gek dat de exotische artisjok ook in Kerpen terechtkwam.

In de Nederlandse Hovenier staan plantinstructies voor de artisjok.

Aertisocken willen wel groeyen in vette moerachtige Aerde en worden voort gewonnen van de sy-schooten der oude planten. En worden verset in Maert, twee voeten van den anderen. Sy moeten des winters ghedeckt worden met lange paerdemis, opdat deselve niet uyt vriezen.

Labels:

zaterdag, april 10, 2010

Artisjok - vervolg


Onze Eigen Verstandige Kock of Sorghvuldige Huyshoudster, geeft aan het eind van het groentenhoofdstuk enkele recepten voor het bereiden van gekookte artisjokken.

Hier vast twee eenvoudige:

Diverse manieren om Artisocken te stovewn als die wel gaer gesoden zijn.

Neem wat azijn en schoon water, boter en gemalen peper, nootmuskaat en een beetje beschuitkruim en suiker en laat dat samen doorstoven.

of

Men eet oock artisocken als sy gaer gesoden zijn met een saus van boter en azijn en peper of olie. En azijn en peper en zout voor salaet.

Dat lijkt heel erg op de artisjokken met een vinaigrette zoals we die nu nog eten.

Labels:

vrijdag, april 09, 2010

Spijbelen


Vandaag spijbelt de Spinazieacademie. En met een goede reden.
De zon schijnt, het is druk met vreemde vogels in de waard, hoogste tijd om te gaan buiten spelen! Morgen verder

Labels:

donderdag, april 08, 2010

Artisjok - 3


Renaissance is er ook voor de artisjok in Italie, Frankrijk en de Lage Landen. De eerste botanische tekeningen verschijnen, in 1550 gemaakt door Pierandrea Mattioli, deze is van Basilius Besler uit 1613. Op schilderijen zie je puntige, ronde, groene, paarse varianten van de artisjok, een verscheidenheid aan vormen met eigen smaken. Dat van die smaken weet ik, omdat we ze indertijd met het Genootschap der Vergeten Groenten allemaal hebben uitgeprobeerd in een vergelijkende test. Gekookt door de koks van De Kas in Amsterdam, om te kijken welke van de schier twintig rasjes nu het smakelijkste voor de horeca waren. Helaas is ons klimaat niet geschikt gebleken om hier voldoende betrouwbaar te kunnen produceren om interessant te kunnen zijn voor deze branche. Maar leerzaam en nuttig was dit experiment wel.

We deden ook een keer een vergelijkende proeftest van een in Frankrijk zeer geliefd recept met artisjokken. Er zijn dan ook tal van regionale versies te vinden. Dit is de versie van Escoffier:

Artisjokken Barigoule

Dit heb je nodig: 4 verse malse artisjokken, peper en zout, 1 eetlepel boter, 1eetlepel olijfolie, 100 gram vers spek, 2 fijngehakte sjalotten, 200 gram fijngehakte verse champignons, 1 eetlepel gehakte peterselie, geraspte nootmuskaat, demi-glacesaus, vierkante plakjes bardeerspek, dun gesneden uien en wortelen met een bouquet garni, 1 groot glas witte wijn, bruine fond.

En zo doe je het: De artisjokken van boven bijsnijden, de buitenste bladeren recht knippen, de artisjokken blancheren en zorgvuldig het hooi verwijderen. Het binnenste kruiden met peper en zout. In een pan boter, olijfolie en geraspt spek verhitten. Hierin de sjalotten en champignons aanfruiten en op smaak brengen met peterselie, peper, zout en nootmuskaat. Op hoog vuur het vocht verdampen en eventueel 4 eetlepels sterk ingekookte demi-glacesaus toevoegen. Deze duxelles in de artisjokken scheppen en ze bedekken met een klein vierkantje bardeerspek. Opbinden en in een pan zetten op een bedje van dun gesneden ui, wortel en bouquet garni. De wijn erbij gieten en in gesloten pan snel voor twee derde laten inkoken. Vervolgens overgieten met een bruine fond tot de artisjokken half onderstaan. In gesloten pan in de oven rustig gaar laten worden.
Voor het opdoen het keukengaren en bardeerspek verwijderen en de artisjokken op een schotel leggen. Het braiseervocht tot op een derde laten inkoken en vervolgens 6 tot 7 eetlepels demi-glacesaus toevoegen. Een paar seconden tegen de kook aan houden, zeven, vocht opvangen in een klein pannetje, even laten rusten, ontvetten en kokend over de artisjokken gieten.

Labels:

woensdag, april 07, 2010

Artisjokken - 2


In een vooroorlogs zaaigidsje van Turkenburg staat dat de artisjok afkomstig is uit het Oosten. Een mysterieuze opmerking, want het blijft bij deze vage aanduiding. Welk Oosten? Oost Europa, China? Indonesie? India? Iran? Midden Oosten? Het vergt nader onderzoek. Ik kom op veel plaatsen uit, maar het Oosten zou ik dat toch niet willen noemen. Taxonomisch gezien vindt Pitrat-Foury dat de plant zijn wortels niet in het Oostelijke deel van het Middellandse Zeegebied kan hebben. Grieken en Romeinen deden er wel al duidelijk aan, zowel kardoen als artisjok. De kardoen blijft in ons deel van Europa gecultiveerd worden - ook na de val van het Romeinse Rijk. Het lijkt erop dat de artisjok verdween. Mogelijk bleven ze in cultuur in de Romeinse tuinen in Spanje, waar de Moren hen aantroffen. De naam artisjok is - in tegenstelling tot kardoen - van Arabische herkomst: Harschaf. Vanaf de tiende eeuw worden ze in Andalusie nadrukkelijk in bronnen vermeld. Langzaamaan zal de artisjok de rest van Europa weer veroveren. Vanaf de 16e eeuw zie je ze veelvuldig op de marktstukken die in Antwerpen geproduceerd worden.

Labels:

dinsdag, april 06, 2010

Artisjok


Of we ook iets speciaal lekkers gegeten hadden met deze feestdagen, vroegen ze. Ja, dat hadden we zeker. Eigenlijk vanaf vrijdag iedere dag een lekker hapje. Vooral nu de kruiden buiten staan en roepen: pluk mij, proef mij!

Bij onze Marokkaanse grootgrutter Aziz lagen prachtige artisjokken. Die moesten natuurlijk mee, zaterdag, al leek het zonde en jammer om zijn prachtige etalagestilleven te verstoren. En in de Essen und Trinken van deze maand trof ik een verleidelijk recept aan om artisjokken te koken. Daar was het een bijgerecht bij een lamsstoofschotel. Wij maakten een variant als voorafje. Dipje van mayo met groene olijf en kappertjes erbij.

Kruidige artisjokken

Dit heb je nodig: per persoon een artisjok, 1 onbespoten citroen, 2 blaadjes laurier, 3 takjes tijm, 3 takjes rozemarijn, 2 gekneusde tenen knoflook. De kruiderijen zijn berekend op vier sjokken.

Zo doe je het: Je snijdt de stelen van de sjokken af, en knipt zo nodig de scherpe punten van de blaadjes, of je snijdt de bovenste centimeter van de sjokken af. Je vult een pan met water, doet daarin de kruiderij en een schijfje citroen, doet er de artisjokken in, zorgt dat ze rechtop blijven staan, deksel erop, aan de kook brengen, nog een kwartiertje laten koken op een laag vuur. Dan vuur uit, even laten staan in de pan, dan uit de pan even laten afkoelen tot aanraakbaar en opdissen op een bordje. Dipje erbij, klaar.
De artisjokken houd je overeind door er een stuk keukenpapier over te leggen, aangedrukt met een schuimspaan, deksel erop, gaat helemaal vanzelf. Bij twee artisjokken heb je zelfs het papier niet nodig, dan doet de schuimspaan, stevig aangedrukt en vastgeklemd met de dekstel, het werk.

Verrassend hoe rijk de smaak van de artisjok werd door deze kruidige behandeling. Voor herhaling vatbaar.

Labels:

maandag, april 05, 2010

Laatste Avondmaal - slot



Dit is niet het enige Laatste Avondmaal dat Pieter Pourbus schilderde, maar misschien wel het meest dramatisch verhalende. Met een driftig wegbenende - zijn stoel valt erbij om - Judas. Op tafel brood, een tinnen schotel met reepjes vis (of vlees?) en een omgevallen fles. Van de wijn is niets over.
Aan het Laatste Avondmaal kleeft het bloed van dood en wederopstanding. In die context vind ik de letterlijke interpretatie van transubstantiatie iets antropofaags hebben. De symbolische ook, trouwens. Eet dit (brood), het is mijn vlees, drink dit (wijn)het is mijn bloed. Het moment om het bord van je af te schuiven en te zeggen, nee, dank je, ik speel niet mee.

Pieter Pourbus werd in 1523 geboren in Gouda. In 1543 verhuisde hij naar Brugge, waar hij in 1584 zou overlijden. Hij was een multikunstenaar, die zowel schilderde als tekende als beeldhouwde en daarnaast ook nog de functie van cartograaf en landmeter uitoefende. Ze noemden hem zelfs ingenieur en men belastte hem met de plannen voor waterwerken en fortificaties voor de stad.

Labels:

zondag, april 04, 2010

Laatste Avondmaal - 3


Op dit Laatste Avondmaal zie ik vooral veel ellebogen op tafel. Qua eetbare zaken ligt er op een tinnen schaal de kop en de voet van een offerlam, en natuurlijk staan er brood en wijn op tafel. Mogelijk ligt er een citrusvrucht op de voorgrond, pal boven het koperen wasbekken. Let ook op de prachtige zilveren wijnfles onder, het glazen karafje op tafel. En is dat wat vreemdgevormde ding bij de elleboog van Johannes nu een brood, een worst, een haggis, of een zampone? Ik weet het niet.
Deze versie van het Laatste Avondmaal is van de hand van Jacopo Bassano, ook wel genaamd Da Ponte. Hij schilderde het in 1542. Barrevoetse vissers informeel geschaard rond de tafel. Licht dat door het wijnglas met rode wijn valt en die als bloedvlek op het tafelkleed projecteert. Kan het dramatischer? De familie Bassano werkte vanuit het landelijke Bassano, ruim zestig kilometer van Venezia. De landelijke sfeer lijkt in deze versie van het avondmaal voortgezet. De hond ligt opgekruld te slapen, de kat kijkt toe vanaf een krukje.

Labels:

zaterdag, april 03, 2010

Laatste Avondmaal - 2


Het Laatste Avondmaal dat Daniele Crespi schilderde in 1624-25 is een wat rijker gevulde dis dan Cranach wenselijk achtte. Gevogelte, schotels met grote en kleine vissen, plakjes rettich of ui, dat kan ik niet goed zien, en natuurlijk brood.

Zoetwatervis werd vroeger veel meer gegeten dan we nu nog doen. Brasem, baars, rietvoorn, men haalde de neus er zeker niet voor op, hoe gratig ook. Hier een recept van Carolus Battus, of Karel Baeten op zijn Hollands.

Een saus op gezoden brasem te maken.
Neemt wittebrood, weekt het in Rijnsche wijn met wat azijn en dooiers van hardgekookte eyeren. Doe het door een zeef. Doet erby komijn, gember, het moet vooral naar komijn smaken. Laat het samen opzieden en giet het over de gezoden brasem en de dien het op, maer de brasem moet gepelt zijn eer men hem in de schotel doet, gelijck men de baersen pelt.

Labels:

vrijdag, april 02, 2010

Laatste Avondmaal


Lucas Cranach schilderde dit laatste avondmaal in 1565. Er staat een geroosterd lam op tafel, er zijn wat kleine broodjes zichtbaar, en er staat kostbaar glaswerk en zelfs een zilveren drinkbeker. Helemaal prachtig is de wijnkoeler met fles rechts op de voorgrond.
Opmerkelijk is dat er dus een paaslam, of een godslam op tafel staat en geen vastenvis. Het Notabel Boeckxen loopt niet over van lamsgerechten. Wel moet er hier en daar een hamel aan geloven. De borst van de hamel braad je op een rooster of aan het spit gaar, daarna wordt het vlees in stukjes gesneden en in een pot gedaan. Je snippert een ui en die doe je bij het vlees. Dan neem je gember, kaneel en kruidnagel en kardemom en deze specerijen meng je met verjus. Deze saus serveer je bij het vlees. En je moet er op toezien dat er precies genoeg zout in zit.

Labels:

donderdag, april 01, 2010

Partij voor de Planten


Het was natuurlijk op voorhand al duidelijk dat het om een 1-aprilgrap ging, maar wel een hele leuke. Een partij voor de planten, je zag het gebeuren. Heel soms maar hoorde je fluisteren: Groen moet je Doen. Maar bijna iedereen in Bloggistan had eht snel door. De vondst van de tegeltax was geniaal, ik zou daar een veegtuinverbod aan willen hebben toevoegen, en dat snoeihard willen presenteren in het Rosarium. Het wachten is nu op Biodiversiteits Belangen, Eigen Brandnetels Eerst, Vrijheid voor Vlinders ofzo. Of komt de Kabouterpartij terug? Dat was ook wel een aardige geweest.
En nee, mijn veters zitten niet los en mijn rok zakt ook niet af. Dank u!


Het plaatje is van de Veerse Joffers, waarvan een aardige tentoonstelling was vorig jaar.

Labels: