Reuzenbovist

In een paardenweitje een paar boerderijen verderop in de straat stonden een paar prachtige reuzenbovisten. Mijn hebberige oog viel er op en na toestemming van de bewoners mocht ik oogsten. Met deze twee kwam ik thuis. Kregen direct de bijnaam Dolly Parton, maar ze heten natuurlijk calvatia gigantea, of Langermannia gigantea.
en ze behoren tot de familie der Agaricaceae.
Deze paddenstoel doet het goed wanneer er veel regen gevallen is, je ziet ze wel vaker schitteren in weilanden waar vee graast en rondhobbelt.
Als ze nog wit, jong en vers zijn kun je ze oogsten en bereiden, de oudere, geelachtige exemplaren kun je beter laten staan.
Wat deden we ermee? We sneden ze in plakken, bestreken de plakken met olijfolie en knoflook en legden ze op de barbecue, waar we ze aan twee kanten knapperig goudbruin roosterden. Heerlijk!
Maar je kunt ook de plakken bakken in olie in de koekenpan, met wat tijm, of ze door ei en paneermeel halen en bakken en dan met een glaasje abrikozenjenever nuttigen als ontbijt. Er is mij verteld dat dit laatste een Hongaars gebruik is. Ik geloof het. Je kunt ze ook opensnijden, uithollen, vullen met het vlees en van alles meer en dan in de oven garen. Of er soep van maken. Maar de gebakken of gegrilde plakken vind ik het lekkerste. Beetje peper en zout erop, heerlijk.
De paddenstoel heeft in de volksmond ook de naam valse tondel. Er werden lappen van gesneden om wonden af te dekken. Maar je kunt de bovist dus ook gebruiken om vuur mee aan te maken. De rookontwikkeling daarbij is nogal indrukwekkend. Men rookte er bijen mee uit.
Labels: Paddenstoelen