
Goed, ik had het beloofd, dus hier volgt wat
Zwarte Piet geschiedenis. Want weten we al iets over de herkomst van Sint Nicolaas, over zijn knechtje doen veel verhalen de ronde, maar feiten?
In heel Europa hebben we eeuwenlang feesten gevierd waarin het goede het kwade, het licht het donker verjoeg. Heidense praktijken, volgens de christelijke traditie. Maar moeilijk uit te roeien en om te bouwen naar een aangepast en sociaal wenselijk christelijk patroon. Dat heeft dus een paar eeuwen geduurd. Sporen van pre-pieten vind je in alle landen. Ik noem er een paar.
Om te beginnen
Krampus, of Krampusch in delen van Duitsland, Oostenrijk, Hongarije en Zwitserland, en dankzij de omvang van het Habsburgse rijk ook in Noord Italië en Slovenië. Krampus heeft een zwartgeverfd gezicht, soms bokkehoorns op, en een roe. Een echte boeman. Jonge mannen verkleedden zich in de eerste weken van december en hingen op straat om kinderen de schrik op het lijf te jagen met veel herrie. Je verkleden als een duivel was echter een heidense praktijk, die door de kerk de kop in werd gedrukt, zo aan het eind van de middeleeuwen.
Vanaf het midden van de 17e eeuw wordt Sint Nicolaas als kindervriend ten tonele gevoerd in Katholieke landen. Lieve kindertjes krijgen snoepgoed en cadeautjes van de goedheiligman, stoute kinderen krijgen (met) de roe van Krampus, inmiddels gedegradeerd tot relatief onschuldig knechtje. In de decembermaanden kon je ook speculaas of taaipoppen krijgen met een krampus-masker.
Dichterbij heb je – al uit de 16e eeuw bekende -
Père Fouettard in Elzas/Lotharingen en Normandië met lokale naamgeving (Hans Trapp, Père la Pouque, Rubelz). Hij deelde – als sidekick van de Sint – zweepslagen uit aan stoute kinderen. In Elzas-Lotharingen droeg hij vrolijk gekleurde kleding, grote oorringen, en zijn gezicht was zwart gemaakt, of hij droeg een zwarte baard. Soms zag hij er uit als een schoorsteenveger.
Andere namen voor Zwarte Piet: Schmutzli op z’n Zwitsers, Knecht Ruprecht in Duitsland, Nicodemus her en der in Wallonië. Housecker in Luxemburg.
Kortom: ‘onze’ Zwarte Piet is een afstammeling van deze Krampus en Père Fouettard. Zijn uitdossing is een romantische versie van een pagepakje uit de 17e eeuw en de exotische kleding die de zwarte knechtjes in de pruikentijd droegen. Toen – en ook nog in de 18e eeuw - was het namelijk mode om een ‘Moorse’ knecht in dienst te hebben, liefst een prepuber, als schoothondje, dienaar en accessoire. Ze kregen namen als Pompei, of Hannibal, en droegen bij voorkeur ook nog een soort tulband op hun hoofd. En net als met hondje, liet je je schilderen met het laatste modesnufje.
En dan heb je nog de schoorsteenvegertjes, de broodmagere kinderen die de schoorstenen van de grote huizen in werden gejaagd om het roet los te bikken. Ze kwamen er zo ‘zwart als roet’ weer uit. Waren een beetje eng, de schoorsteenvegers kwamen meestal uit Noord-Italië en spraken dus gebrekkig of geen Nederlands. Lees er Lisa Tetzner nog maar eens op na. Haar boek Levende Bezems verscheen in 1950, en werd in 2003 opnieuw uitgegeven. Misschien dat daarom de schoorsteen en het dak wel een rol spelen bij de activiteiten van Sint en Piet.
‘Onze’ Zwarte Piet is waarschijnlijk in de 19e eeuw geïntroduceerd als opvolger van de duivelspiet. Sint had toen ook nog maar één knechtje. In de loop van de 19e eeuw is Sint ook voor protestanten acceptabel gemaakt.
Dat Piet juist als boeman voor kinderen wordt opgevoerd kan op een aantal dingen teruggaan. Angst dat kinderen ontvoerd worden door hongerige buren, angst dat kinderen ontvoerd worden voor de handel. Pas maar braaf op, dan overkomt je geen kwaad, eten ten tijde van hongersnood de hongerige lieden uit het dal verderop je niet op, val je niet in de handen van de Algerijnse of Turske kapers.
Piet is ook de klikspaan van Sinterklaas, kijkt of de kinderen wel braaf zijn. Zo niet, dan ga je mee in de zak naar Spanje, alwaar een slavenbestaan wachtte.
Waarom hij Piet heet weet ik niet. Veel voorkomende naam, gebruikt voor allerlei toepassingen. Piet Lut, Piet Snot, Pietje Precies. Maar als iemand het weet, houd ik me aanbevolen.
Op het plaatje: Elizabeth Murry, Lady Tollemache, later Countess of Dysart and Duchess of Lauderdale, met haar anonieme zwarte knechtje, ongeveer 1650
Labels: Zwarte Piet