<Mededelingen van land en tuinbouw>

zaterdag, januari 22, 2011

Gronings ongerief en troostende turfjes


In de 18e eeuw hebben de boeren in ons land het zwaar. Al twee generaties lang volgen rampjaren elkaar op: de extreme winter van 1709, de veepest van 1713 to 1719, stormvloeden en andere overstromingen en daartegenover ontoereikende overheidsmaatregelen. In 1740 was de winter streng, de zomer erg slecht. Men verwerkt het stro van de daken tot veevoer, maar duizenden koeien overleven het niet. In 1742 is er een muizen- en rupsenplaag en gaat de oogst verloren. Van november 1744 tot juli 1745 is er een nieuwe hevige uitbraak van veepest. De boeren achter de zeedijken zitten op hoge kosten door de hardnekkige paalworm.
In 1749 worden Groningen, Friesland, Gelderland en Holland opnieuw getroffen door veesterfte in de nazomer en herfst. Dat lees ik in J. Buisman's onovertroffen Duizend jaar weer, wind en water in de Lage Landen. Ik pak er Jan Bieleman bij, Boeren in Nederland, ook al zo'n onmisbaar boek! We zoeken een stukje over het noordelijk zeekleigebied. In de 19e eeuw is de afwatering verbeterd, zodat de akkerbouw meer kansen krijgt, er is meer bouwland voor wintergraan. Dat, haver en koolzaad waren in het midden van de 19e eeuw de belangrijkste gewassen van de Groninger klei-akkerbouw. In de tweede helft van de 19e eeuw komt de buizendrainage in zwang, waardoor er steeds meer bouwland ter beschikking komt. De Groninger boeren investeerden in en profiteerden van hun land. Haver bleef lang een exportartikel naar Engeland (paarden en brouwerijen), koolzaad bleef populair vanwege de lampolie, ruim tot na de uitvinding van de petroleumlamp in 1860. Maar waar blijven de aardappelen, die ik toch ook met de Groningse klei associeer? Ik zal het komende week eens aan de experts vragen, de Groningse boeren!

Een Gronings recept dus vandaag, kan niet anders, uit 'Groningse pot, van knipselbonenstamppot tot krudoorntjesbrij' Krudoorntjes zijn overigens kruisbessen. We maken een troosttoetje na al dit Groningse ongerief.

Turfjes

Dit heb je nodig: 100 gram gedroogde abrikozen, anderhalve theelepel aardappelmeel, suiker, 8 sneetjes wit brood (casino), boter.

En zo doe je het: week de abrikozen in water en kook ze in het weekvocht gaar. Stampd e abrikozen fijn en bind de saus met wat aardappelmeel. Roer naar smaak suiker door de abrikozensaus.
Snijd de korsten van het brood en snijd de sneetjes vervolgens in vier repen. Doe de boter in ee nkoekenpan en bak de repen brood aan beide zijden goudbruin. Leg op ieder bordje een paar warme turfjes en giet er de saus over.

Labels:

2 reacties:

Anonymous Huib Rijk zei...

Interessant om te lezen. Op Foodlog komt wel ter sprake wanneer je lezing is?

Groeten Huib

24 januari 2011 om 20:02  
Blogger Lizet Kruyff zei...

Ha Huib, de lezing is vanavond voor LTO aldaar, heb ook nog wel wat vragen voor de boeren daar! Weten natuurlijk meer dan ik over het boeren daar!!!

25 januari 2011 om 09:14  

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage