<Mededelingen van land en tuinbouw>

woensdag, juli 06, 2016

Huttentut: terug van weggeweest



Via een FB-post van Marion Oudhoff kwam ik op het spoor van Huttentut-olie. En tot mijn vrolijke verbazing stond een flesje tussen de luxe-olietjes bij La Vie Claire, de biosuper hier in de stad. Natuurlijk kocht ik een flesje (spaarpot omgekeerd) maar ik bewaar het proeven even voor een workshop later deze maand. 

Huttentut-olie? Zo heet het natuurlijk niet in het Frans. Daar heet het chic: Huile Vierge de Cameline, daar is het woord dicht bij het Latijn gebleven: camelina sativa.
Hoezo terug van weggeweest? Huttentut behoorde in de prehistorie gewoon tot de dagelijkse gewassen, van neolithicum tot ijzertijd en nog tot  in de middeleeuwen door. Olieproducent in een tijd dat de aanvoer van olijfolie en de productie van zonnebloemolie nog niet of nauwelijks bestond.

Hoe weten we dat? De consumptie ervan is duidelijk. De maag van een Deens veenlijk – in de wandelgangen de Tollundman genaamd – bevatte zijn ‘galgenmaal’. De man moet geleefd hebben in de vierde eeuw vóór onze jaartelling, een periode die wordt aangeduid met pre-Romeinse IJzertijd. De man werd in de jaren vijftig van de vorige eeuw in een Deens veenmoeras gevonden. Ik zal jullie het plaatje besparen. Dat is dan weer wat minder smakelijk.  Dat galgenmaal bestond uit wilde en gekweekte gewassen die tot een brij waren gekookt. Nu zouden we het redelijk flauw en smakeloos vinden. Maar probeer het eens: gerst, lijnzaad, huttentut, kamille, zaden van een van de inheemse duizendknoopfamilie, en naaldaarzaden, een grasje. Een geheel veganistische maaltijd. De huttentut dook ook op bij andere vondsten. Dichter bij huis werd het op de akkers verbouwd in bijvoorbeeld de veenachtige gebieden aan onze kust, maar ook verder landinwaarts. Het was gewoon een gangbaar gewas in Noord-Europa, net als gerst en emmer, en lijnzaad.  

Wat is dat voor plant? De Camelina sativa behoort tot de Brassica-familie, kruisbloemigen dus. De plant staat ook wel bekend als vals vlas (faux flax Marjan Ippel?), dederzaad, vlasdodder of vlasdotter g De Duitse botanicus Heinrich Johann Nepomuk von Crantz gaf er in 1762 als eerste de naam Camelina aan, dat weer uit het Grieks komt. Maar wisten we maar hoe de Grieken en Romeinen dit indertijd genoemd hebben. Dat zou ons iets meer over de geschiedenis kunnen vertellen. De plant komt in het hele noordelijk halfrond in het wild voor, maar of dat al zo was, of dat er zaden verwilderd zijn? Wie het weeg mag het zeggen.
Huttentut is een één- of tweejarig gewas, dat zich met de belangstelling voor biodiesel weer in warme belangstelling van de nutsgewassentelers mag verheugen. Maar gelukkig: er zitten massa’s gezonde omega’s in, dus de mens profiteert mee.  En de bijen ook, want de gele  bloemen zitten  berstensvol nectar. 

Waar gebruikten we de olie voor? Consumptie dus, maar ook als lampolie, net als raapzaadolie.  Als iemand een akker in Nederland weet waar het gewas geteeld wordt houd ik me aanbevolen. Ik wil het wel eens zien groeien!
 

Labels: , , , , , , , , , , ,

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage