Tripmadam - 2
Natuurlijk verkoopt Ton Vreeken in Dordt het zaad van Tripmadam. Hij vertelde mij dat het heerlijk is door de sla.
En Marleen Willebrands stuurde mij WNT-lemma en Heukels-lemma:
Maar in een kookboek zijn wij het tot dusver nog niet tegengekomen. Merkwaardigerwijs deden de dames van Heukelum het in de Azia!
En Marleen Willebrands stuurde mij WNT-lemma en Heukels-lemma:
TRIPMADAM, znw. vr., geen mv. Uit fr. triquemadame (16e de.: tripe-madame); verg. eng. trickmadam, hd. tripmadam.
Benaming voor enkele soorten van het geslacht Sedum, oudtijds gebezigd als keukenkruid of salade en gelijkgesteld met klein huislook; vermoedelijk werd hiermede Sedum album L. bedoeld, dat gewest. nog onder den naam tripmadam bekend is. || Sedum Minus .... Kleene Donderbaerd, Kleene Huislook, Trip-Madam, LEMERY-V. PUTTEN, Wdb. d. Droog. 651 b [1743]. Tripmadam of tripe-madame ..., de kleine huislook, eene saladeplant, KRAMERS, Kunstwdt. [1847]. Sedum album L. .... Tripmadam, HEUKELS 233 b [Utr., Z.-Bev., 1907]. — (Schotels) die met baars ... en harde blanke snoeken ... smakelyk stonden te pryken ...; gelyk de groene zerpe kappers ..., de ziltige muskus-olyfjens, de getakte tripmadam ..., en gloeiend kleurige oranje appelen ... hieromtrent mede hun deel hadden, WILLINK, Amstell. Ark. 2, 115 [1737]. Trip-madam of Kleine Donderbaerd. Behoort onder de wilde Looken .... De Trip-madam word in azyn, ook in azyn en mostaert gelegt, en daer van doortrokken tot saus by spyze gebruikt, om de graagte van de maeg aen te zetten, DE LA COURT V. D. VOORT, Landh. 360 [1737]. Huislook, Tripmadam; Sedum album; ... inlandsche plant, soms ook als toekruid gebezigd, eenige pollen op het dak te telen, STARING, Huisb. 219 [1862]. RIJNHART, Wdb. Prakt. Leven 518 a [1866].
HEUKELS 233 b vermeldt ook (zonder plaatsaanduiding) witte tripmadam.
— Ook, thans eveneens gewest., wordt het gebruikt voor muurpeper, Sedum acre L. || Het omgebogen Huislook — Sedum reflexum ... en het steenminnend Huislook — Sedum saxatile ... dragen beide in het dagelijksch leven den zonderlingen naam van Trip-madam, V. HALL, Flora 83 [1854]. Sedum acre L. .... Tripmadam, HEUKELS 232 b [Z.-Bev., 1907].
— Alg. geldt het tegenwoordig als naam voor Sedum reflexum L., ondersoort van S. rupestre L., dat soms ook den naam tripmadam krijgt. || Sedum rupestre .... Trip Madam met elsvormige bladen ...; en gekuifde bloemen, SCHUURM. STEKH,, Kruidk. Handb. 1, 201 [1815]. S. purpurascens (St. Janskruid of Smeerwortel) ..., en S. reflexum (Trip-madam), OUDEMANS, Flora 2, 113 [1869].
Sedum .... Alle bladeren, op de bovenste uitgezonderd, eindigen in een spits puntje .... Tripmadam, HEINSIUS e.a., Flora 106 (ed. 1899). Vetkruid (Sedum), een plantengeslacht van de fam. der vetplanten .... In onze streken groeien ... de hemelsleutel ..., en tripmadam, S. reflexum, Kath. Encyclop. 23, 431 [1938]. Bladeloos manneken en wijfken van Fuchs ... zijn Sedum reflexum L. en S. album, tripmadam en wit vetkruid, UITTIEN, Volksn. 72 [1946]. Tripmadam. ssp. reflexum (L.), HEUKELS-V. OOSTSTROOM, Flora 300 [1956].
HEUKELS 233 a vermeldt ook (zonder plaatsaanduiding) gele tripmadam.
— HEUKELS 233 b vermeldt het voor Salland als naam voor zacht vetkruid (Sedum boloniense Loisl.).
Maar in een kookboek zijn wij het tot dusver nog niet tegengekomen. Merkwaardigerwijs deden de dames van Heukelum het in de Azia!
Labels: Tripmadam
2 reacties:
Na, das ist mir aber auch ganz neu, dass man dieses Kraut essen kann. Ein Blick in
"Der Kräuterkompass" von Gräfe und Unzer
bestätigt Deine Entdeckung. Dort ist zu lesen:
"In der Küche: ein Kraut aus Omas Küche, das einmal sehr beliebt war, aber geschmacklich wenig bietet. Es sieht ganz niedlich aus und macht sich im Steingarten sehr hübsch. Die Spitzen der Stängel verwendet man für Salat und Suppen, indem man sie hackt und dann mit einem breiten Messer zerquetscht.
Sorten: auch als Felsenfetthenne oder Steinkraut bekannt, blaugraues Tripmadam ist eher eine Zierpflanze.
Geschmack: etwas säuerlich, wenig Aroma, leicht pelzig.
Verwendung: die grünen kleinen Spitzen und Blätter, bei Suppen die Zweiger erst zum Schluss mitgaren, vor dem Servieren entfernen.
Aussehen: niedriges, kleines Pflänzchen mit hübschen goldgelben Blüten.
Herkunft: stammt aus Mitteleuropa
Anbau: braucht nicht viel Sonne, absolut anspruchslos.
Saison: das ganze Jahr über.
Wirkung: fördert den Stoffwechsel, harntreibend, entkrampfend. Bei Verbrennungen sollen die zerdrückten Blätter lindernd wirken.
Tipp: ein Kraut für das kleine Küchenmuseum. Nur zusammen mit aromastarken Kräutern verwenden."
Dat is leuk, ook in Duitsland dus een vergeten toekruid. Dank voor de info. Het schijnt licht zurig van smaak te zijn en ik herinner me nu dat ik het toen we hier kwamen wonen zorgvuldig uit de border verwijderd heb vanwege de onzinnige gele bloemetjes tussen verder roze en witte bloemen. Ik had het dus gewoon moeten opeten!
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage