Bilzekruid

Wanneer ik in De Keuken van de Late Middeleeuwen van Ria Jansen-Sieben en Marietje van Winter op zoek ben naar specerijenmengsels valt mijn oog op een recept met hoscomsaet. Wat zou het zijn? In de verklarende woordenlijst kom ik terecht bij Bilzekruid. De Hysocyamus niger. Maar dat is toch puur gif? De pollen en zaden kwamen ook te voorschijn in Romeins Maastricht. Mij is verteld dat de Romeinse vrouwen het spul gebruikten om hun pupillen te vergroten. De Romeinen brachten de plant mee naar deze streken, hij hoort hier eigenlijk niet thuis.
In het kookboek uit de 16e eeuw wordt het zaad gebruikt om alant in te maken, je moet er wel goed voor zorgen dat het zaad uiteindelijk niet in de pot met alant en honing terecht komt, alleen even in een doekje meekoken met meer kruiderij. Het recept staat tussen de hoestdrankjes, maar ik heb begrepen dat het verdovende karakter van het bilzekruid bij kiespijn te pas kwam.
Er bestaan verschillende soorten bilzekruid, waarbij de zwarte het giftigst is en tot waanzin kan leiden. Het kruid bevat hyoscyamine, waardoor mensen het gevoel krijgen dat ze vliegen. De plant bevat ook atropine (wijde pupillen)en scopolamine.
Bilzekruid behoort tot de oude heksenkruiden gerekend en mogelijk gebruikten de priesteressen van het orakel van Delphi het. Brand je de zaadjes en snuif je de rook op, dan ga je kennelijk onduidelijke adviezen verstrekken. Tot in de 17e eeuw werd er nog bier mee op smaak gebracht. Wel wat anders dan hop of gagel.
In de middeleeuwen stond het bilzekruid in ieder geval nog in de medicijnkast vanwege de pijnstillende werking. Het kruid heet ook wel dolkruid. Het plantje staat op de rode lijst, ik ben het nog nooit bewust tegengekomen in de natuur.
Labels: Bilzekruid
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage