<Mededelingen van land en tuinbouw>

maandag, februari 28, 2011

Tonkabonen - vervolg



Officieel heet de boom die ons de tonkabonen levert Dipteryx odorata. Gewoonlijk aangeduid met Cumaru, die behoort tot de peulvruchtenfamilie Fabaceae. Hij komt in het wild voor in de noordelijke delen van Zuid Amerika. De boom bloeit, de bloemen worden peulvruchten met daarin de tonkaboontjes. Tonka is ook een inheemse (Orinoco, Frans Guyana) aanduiding. De boom kan wel duizend jaar oud worden, zo bleek uit archeologisch onderzoek.
Op dit moment produceren vooral Venezuela en - verrassend - Nigeria deze aromabonen.

Gisteren schreef ik al over de cumarine, het chemische stofje in de boon, dat zorgt voor die lekkere geur en smaak. De boon zelf smaak bitter, maar vanwege de geur was en is de tonka populair in de zeep- en parfumindustrie. Ook werd er tabak mee gesausd.

Vroeger noemde men de boontjes ook wel Tonquin- of Tonkin-bonen, maar dat is dus een misverstand en de naam heeft al helemaal niets te maken met het Aziatische Tonkin.
Ik kwam een oud Engels recept tegen voor potpourri een tijd geleden waarin Tonquin-bonen gaan, Tonkabonen dus.

Potpourri

Neem blad van de walnootboom en tonkabonen en specerijen en maak daar een potpourri van als een Perzisch tapijt.

Kaneelstokjes, steranijs, jeneverbessen, staartpeper en wat je maar prettig vindt ruiken.












\.

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage